De voorbije weken en maanden nodigde men mij en mijn collega’s uit om mee te werken aan een onderzoek dat peilt naar de werkelijke tijdsbesteding van de meer dan 100 00 Vlaamse leerkrachten. De redenen om mee te doen werden duidelijk benoemd. ‘Wij hebben jou echt nodig!’ ‘Voor een goed beleid is correcte informatie noodzakelijk.’ ‘Hoe meer deelnemers, hoe representatiever het onderzoek.’ ‘Het onderzoek is in het belang van alle leraren basis- of secundair onderwijs.’ ‘We vragen slechts een klein deeltje van je tijd.’ ‘Lesgeven is veel meer dan voor de klas staan. Dat weet jij als geen ander.’

Ja, dat weet ik na 20 jaar voor de klas. Lesgeven is een erg boeiende, uitdagende opdracht. Het beroep van leerkracht is een job die er toe doet en elke dag jonge mensen in beweging brengt. De taken hieraan verbonden zijn uitgebreid, gevarieerd en gelukkig sluiten de meesten ervan aan bij hetgeen ik graag doe en goed kan. Ik investeer graag heel wat tijd om die mooie job kwalitatief uit te voeren en onderweg zoveel mogelijk leerlingen te laten schitteren om de kwaliteiten die ze bezitten. Samen school maken met leerlingen en collega’s geeft gelukkig nog veel meer energie dan het me ontneemt.

Ik weet het dus. Maar wie dan niet?

Het stuk wetenschapper in me is snel geprikkeld om mee te werken aan onderzoeken die data verzamelen en zo inzichten brengen. Ik schreef me dan ook in va de website en spoorde heel wat anderen aan om hetzelfde te doen. Er volgde een bedankje per mail met de boodschap dat ik half maart 2018 een week lang mijn tijdsbesteding zou mogen doorgeven. Meer info zou volgen.

15 maart 2018… Wat? Hoe? Elke minuut? In welk gezelschap? Waar? Laptop gebruikt? Digitaal leerplatform? Andere bezigheden tijdens de ‘hoofdbezigheid’? Mijn gevoel erbij?

Was het nu zo vreemd om te verwachten dat enkel de tijdsbesteding aan taken voor mijn lesopdracht er toe doet? Want 24 uur op 24 uur meegeven in de app waarmee ik bezig was, kwam even binnen. Slapen en rusten, huishoudelijke taken, eten en drinken, koken (!), kinderzorg, persoonlijke verzorging, TV, betaalde arbeid buiten school, vrijwilligerswerk, privé, vervoer,… en dan nog een waslijst aan taken wel verbonden aan mijn rol als wiskundeleerkracht.

Mijn engagement en zin voor structuur maakte dat ik dit een weeklang nauwgezet bijhield. Het kostte best tijd en discipline in een zeer drukke examenweek. Ik hoor nu van veel collega’s dat ze afhaakten. Niet verwonderlijk. (Misschien daarom dat Klasse vandaag een nieuwe oproep lanceerde?)

Na het indienen van mijn tijdsbesteding blijf ik met een wrang gevoel zitten. Welke andere beroepsgroepen kregen deze vraag ook vanuit het beleid? Werd er voor hen ook veel geld geïnvesteerd in een grootschalig en langlopend onderzoek? Wie moeten we overtuigen van de tijd die er besteed wordt door onderwijsprofessionals in Vlaanderen? Zal men leerkrachten versterken hiermee? Vergroot dit nu echt de veerkracht van leerkrachten?

Ik wacht geduldig de resultaten en de acties daaraan verbonden af.