Het boek ‘100 redenen om leraar te worden’ werd de afgelopen weken op verschillende plekken voorgesteld. Het werk van Brigitte Vermeersch en Greet Decin zoekt de magische kracht van leraren en laat honderden lesgevers zelf aan het woord. In een panelgesprek op de UCLL afgelopen woensdag stelden ze aan een groepje bevlogen onderwijsprofessionals de vraag naar hun drijfveren om te kiezen voor het onderwijs.

Peilen naar de motieven voor het leraarschap is een opdracht die ik tijdens vormingen ook al eens geef aan schoolteams. Stilstaan bij de redenen waarom je leraar werd, geeft energie en je herinnert je weer waarom je ‘het’ ‘allemaal’ doet. Tijdens de boekvoorstelling besloop me dit keer een ander inzicht dat me sterk raakte, na veel moeilijke gesprekken op bijzondere onderwijsplekken.

Heel wat directieleden roepen hulp in, zoeken antwoorden, willen hun schoolteam versterken, balanceren zelf nog maar net op de dunne koord, …
Heel wat leerkrachten roepen hulp in, verliezen energie, overbruggen (net of net niet) tot aan de volgende pauze, herkennen zichzelf (en hun takenpakket) niet (meer),…
En de rode draad die ik hoor? ‘Het is overal zo.’

En dat inzicht dat raakte? Laat die energienemers zo sterk gekoppeld zijn aan de ‘100 redenen om leraar te worden.’ De zo warme intrinsieke motieven blijken (al eens) belemmeringen om leraar te blijven.
De leraar die zo graag het verschil maakt, verliest zicht op zijn of haar impact.
De leraar die graag vakkennis overbrengt, ploetert doorheen nieuwe leerplannen in een nieuwe structuur. De leraar die graag verhalend werkt, vindt het lastig om de digisprong al vertellend te maken. De leraar die zich goed voelt in zijn schoolteam, is bezorgd om zijn of haar collega’s. De leraar die inzet op het welbevinden van de leerlingen, wordt overspoeld door hulpvragen. De leraar die oplossingsgericht wil werken, heeft het lastig met logheid. De leraar met een sterke visie, botst tegen andere waarden en normen. De leraar die zich smijt, is doodop. De leraar die pas in het onderwijs stapt, krijgt een (te) uitdagende opdracht. De leraar die thuis even op adem komt, heeft geen collega die het even overneemt op school.

De leraar die…

Maar kijk.

‘Het is overal zo.’

Nochtans zijn er veel meer dan 100 redenen om leraar te blijven.

Een onderwijsambassadeur, een nieuw expertisecentrum, een nieuwe denktank vol wijzen,…
Goed dat er wordt ingezet om het onderwijs weer aantrekkelijker te maken.
Maar hierop wachten?

Daarom betrokken onderwijscollega, zorg nu even goed voor jezelf en je team.
Door mild te zijn, successen te vieren, voldoende los te koppelen van je schoolopdracht, ja te zeggen op jobelementen die je energie geven, te steunen op de toppers in je team, te benoemen waar je (wel nog) energie van krijgt, … en vooral je elke dag voor te houden hoeveel impact je hebt in dat mooie onderwijs van ons.

Veerkrachtige groet
Annick

PS Het boek ‘100 redenen om leraar te worden‘ is hierin een prima inspiratiebron.